Gwangju

Weer een dag verder; we zitten in de trein van Gwangju terug naar Daejeon. Gisteren kwamen we me de trein aan in Gwangju. We verlieten het station, en stapten in een stadsdeel vol met knipperend oenk. Niet echt de mooiste hoek van de stad. neon en rondscheurdende scooters, opgepimpt met enorme geluidsinstallaties. Oenk oenk

We besloten zo snel mogelijk een bed voor de nacht te regelen. We hadden een paar uur in de trein gezeten, en nu was het tijd om ons te ontspannen en niet om lang te zoeken.

Love hotel

Motel Aubeson

Zo gezegd, zo gedaan. We stuitten op Motel Aubesone, waar je voor 30000₩ (ongeveer 21 euro) kunt overnachten en niemand naar je naam vraagt. We ontvingen een etuitje met allerlei nuttige zaken – en toen begon het bij mij een beetje te dagen. Want wat werd al snel duidelijk? Dit was een zogenaamd love hotel. Ik had van het bestaan gehoord in Japan; love hotels zijn hotels gespecialiseerd in het bieden van een plek voor mensen om, eh, tijd met elkaar door te brengen als ze elders niet genoeg privacy kunnen vinden.

Naast het bed hing een grote spiegel; er stond een enorme flatscreen TV met een zeer breed aanbod aan programmering. Een doos tissues op het nachtkastje. En het etuitje bevatte onder andere man delay cream. Altijd handig.

Verder is het tamelijk conventioneel hotel, en een voordelig alternatief voor 'normale' hotels. Ik weet niet.

Update: inmiddels in Daejeon aangekomen blijken we in precies zo'n hotel te zijn ingecheckt, huh?!; ik kan ze van de buitenkant niet onderscheiden.

Eten

Eten in Gwanju

We aten bij een nabijgesitueerd restaurant, waar niemand een woord Engels sprak. Met wat handen-en-voetenwerk lukt het echter altijd wel om wat te krijgen.

We kregen we een enorme hoeveelheid eten voorgeschoteld; zoveel kleine bakjes met kimchi, allerlei groenten en vlees, rijst, en een grote pot dampende bouillon. Yum yum. Voor zo'n 20 euro waren we klaar, inclusief een aantal brandblussende biertjes.

De Koreaanse keuken heeft een karakteristieke smaak, die ik steeds meer begin te waarderen. Dat mijn eetsnelheid kunstmatig wordt vertraagd vanwege het gebruik van eetstokjes kan ook alleen maar een voordeel zijn.

Damyang

Waterval in Damyang

De volgende dag (vandaag) ging we dan naar Damyang; een stadje in de buurt van Gwangju. Het is vooral bekend voor allerlei bamboe-gerelateerde attracties. Het is niet moeilijk te bereiken vanuit Guangju; eenvoudig vanuit de busterminal (die is niet bij het treinstation), dan met een bus zo'n 40 minuten naar Damyang.

We bezochten het bamboebos – een prachtig onderhouden stukje aangelegde natuur. Ik kan me niet herinneren ooit eerder door zo'n soort bos gelopen te zijn. Zoals bijna alles hier, was alles weer perfect georganiseerd en zeer schoon. Kunnen we in Europa nog wat van leren!

Hoewel weinigen Engels spreken, zijn alle relevante opschriften en informatieborden zowel in het Koreaans als in het Engels, zodat het eigenlijk heel gemakkelijk is dingen te vinden. Hetzelfde geldt voor bijv. de oproepen op de stations – op het Koreaans volgt altijd een Engelse oproep, zelfs op stations waar (naar ik vermoed) niet vaak een ferrang komt. Maar samen met het feit dat alles zo goed georganiseerd is en de behulpzaamheid van de mensen, maakt dat het bereizen van Z-Korea erg soepeltjes.

In de foto, let met name op de panda's…

Er zijn nog meerdere andere mogelijkheden om te interacteren met de bamboe daar, bijvoorbeeld via dagenlange treks; maar dat bewaren we voor een andere keer.

blog comments powered by Disqus